Tag Archives: tondeuse

Dialect (12)

6 jul

Harie, de kapper

Winter- en zomerkapsel

Gooi kamer

Het Julianakanaal kwam gereed. De grondwerkers, alsmede de kostheren onder hen, waren verdwenen. Mijn ouders bezonnen zich op een nieuwe bron van inkomsten.
Nu hadden wij in ons huis aan de Beekstraat in Obbeeg (Obbicht) een voorkamer aan de straatzijde. Deze kamer werd de ‘gooi kamer’ genoemd. Daarin stonden de betere meubels, voor een prikje op de kop getikt op een veiling. Zo herinner ik mij ongemakkelijk zittende pluche stoelen met fragiele ronde leuningen. Wij verbleven er nooit. Misschien op een feestdag als er bijzondere visite was. Het rendement van de kamer was dus vrij laag. De deuren bleven altijd dicht.

Dat moet mijn ouders aan het denken hebben gezet, want op zekere dag was de voorkamer een kapperszaak. Wij (mijn zus en ik) hadden er niets van gemerkt. De transformatie moet hebben plaatsgevonden, als wij naar school waren. En als we thuis waren, dan bleven de deuren toch dicht.

Wat was er gebeurd?

Ik heb reeds eerder in een Post verteld over Noonk Sjaak, de kapper. Noonk Sjaak had drie zonen en de oudste Harie was ook kapper. Waarschijnlijk loonde het niet om samen met zijn vader in Beeg (Grevenbicht) een kapperszaak te bestieren, dan wel zochten ze naar expansie. Maar dan wel in een ander dorp.
Tijdens een familieberaad moet het idee geopperd zijn om een kapperszaak in Obbeeg te beginnen, maar waar.  Vermoedelijk hebben mijn ouders daarop de voorkamer aangeboden. Wij werden in ieder geval niet bij de besluitvorming betrokken, in die tijd bestonden  er nog geen ondernemingsraden of andere overlegorganen.

Kapperszaak

De meubelen gingen uit de ‘gooi kamer’ en werden opgeborgen op de zolder. De kapperszaak werd ingeruimd, een scheerstoel, een scheerspiegel en enkele stoelen. Klaar was Kees, of liever gezegd Harie. Veel was er dus niet voor nodig.
Maar nu nog klanten. Die waren er helaas niet. Ik heb het nooit vol zien zitten. Harie moest bovendien per fiets van Beeg komen en aangezien er geen klanten waren, kwam hij onregelmatig. Met het gevolg dat, als er een klant was, Harie er niet was en omgekeerd als Harie er wel was, geen klanten. Kunt u het nog volgen?
Geen productieve zaak dus en de huuropbrengsten zullen navenant geweest zijn.

Jongenskapsels

Ik was toen in een leeftijd van zeven of acht jaar. Jongetjes droegen een winter- en een zomerkapsel. Bij een winterkapsel  mocht het haar groeien, lekker warm dus. Bij een zomerkapsel ging alles eraf, lekker koel dus. Om te laten zien, dat je haar op je hoofd had, bleef aan de voorzijde een pony staan, net zo iets als bij Mireille Mathieu bijvoorbeeld. Maar dan blond en met minder haar.  Het haar kreeg dan de tijd om weer bij te groeien en alleen de pony moest nu en dan worden getrimd.

Verandering van kapper

Ik weet bij God niet, wie in die dagen mijn haar knipte. Was trouwens maar tweemaal per jaar nodig. Ik denk Noonk Sjaak, want die bezochten we regelmatig.
Maar nu we de kapper in huis hadden, was de situatie duidelijk. Harie zou mij knippen. Er waren geen andere klanten en ik was traditiegetrouw toe aan het wijzigen van het winterkapsel in een zomerkapsel. Alles moest er toch af, dus veel te verprutsen viel er niet.

Fysieke marteling (start)

Klanten waren er niet, dus Harie had er alle tijd voor. En moeder wilde ook wel eens zien, hoe netjes ik werd geknipt.
Ik mocht plaatsnemen in de grote kappersstoel, en kreeg een royale kappersmantel om, die ergens in mijn nek werd ingestopt. In volle verwachting was ik benieuwd naar het resultaat. Dat kwam er snel, te snel naar mijn idee.

Harie nam een elektrische tondeuse, begon aan mijn achterhoofd en maakte een streep naar voren tot ter hoogte van het begin van de pony. Ik had dus een streep over mijn hoofd ter breedte van de tondeuse.

Zo, zei Harie, nu ben je klaar, deed mij de kappersmantel af en nodigde mij uit de kappersstoel te verlaten. Ik was even verpopzakt, maar aangezien mijn moeder niet protesteerde, nam ik aan dat het waar was.

Ik begon te bedenken, wat ze de andere dag op school zouden zeggen. Ik zou vast gepest worden met dat rare kapsel. Ik kon dan ook niets anders doen, dan in huilen uit te barsten. Ik had nog niet door, dat je het mikpunt van spot kunt zijn.

Als volwassene denk je, dat je meer had kunnen doen, dan huilen. Je had bijvoorbeeld Dank je wel kunnen zeggen en net doen, alsof je het een leuk kapsel vond. Tien tegen een dat moeder Harie gemaand zou hebben om te stoppen met die flauwekul. Maar zo slim was ik toen niet. Ik bleef huilen en dat is de meest passieve houding, die je kunt aannemen.

Fysieke marteling (vervolg)

Toen ik lang genoeg gehuild had, liet Harie mij weer in de stoel plaatsnemen, deed de kappersmantel om en nam de tondeuse. Hij maakte nu een baan, van rechts naar links, over het hoofd. De banen vormden nu een kruis.

Zo, zei Harie, dat is dan beter en herhaalde de handelingen, zoals eerder omschreven. Deze keer bleef ik in de stoel zitten,maar begon in mijn passiviteit weer te huilen. De gedachten aan de school waren nog schrikbarender met dat vreemde kruis op mijn kop.
Al die tijd bleef mijn moeder meegenieten. Zij beschouwde het als en deel van mijn opvoeding. Daar wordt hij hard van, zal zij gedacht hebben, als ze tenminste iets gedacht heeft.

Fysieke marteling (einde)

U begrijpt het, aan alles komt een einde, ook aan hangen. Toen de lol er een beetje af was en de tortuur te lang had geduurd, werd ik bijgeknipt met een ordentelijke pony. Als meevaller hoefde ik niet te betalen, althans ik zag geen afrekening. Misschien ging het wel met gesloten beurzen.

Epiloog

Je kunt als volwassene een kind behoorlijk onder druk zetten, vooral omdat ze zich niet kunnen verweren. Als ik de leeftijd gehad zou hebben om Harie een welgemikte peer te verkopen, dan waren de verhoudingen in evenwicht geweest. Nu kon ik maar wat huilen, hetgeen de hilariteit nog vergrootte.

Uiteindelijk heb ik het Harie en mijn moeder niet lang kwalijk genomen. Het leven ging verder en misschien was ik er wel sterker van geworden. Het werd een incident, waar om werd gelachen.

U begrijpt wel, dat wegens gebrek aan klanten de kapperszaak van Harie geen lang leven was beschoren. Hij heeft mij maar een keer geknipt, net genoeg.

Moraal: Van je familie, moet je het niet hebben (Harie z.g. was een volle neef).

Pierre Swillens