Tag Archives: peter j. a.nissen

Charles Beltjens (deel 3)

17 feb

Charles Beltjens en zijn erkenning

Eindelijk eerherstel

Inleiding

Charles Beltjens vond voor zijn werk als dichter geen erkenning in Sittard. Zijn gedichten in het Frans werden niet begrepen en men vond hem maar een zonderling. Na een afgebroken liefdesaffaire verliet hij Sittard en zijn gedichten werden somber. Hij keerde zich af van zijn geloof in de katholieke kerk.

Later keerde hij terug in Sittard, de laatste jaren zat hij meer in de kroeg dan thuis. Wel ging hij onverdroten door met dichten, totdat een slopende ziekte hem fataal werd en hij op jonge leeftijd (58) stierf. In alle eenzaamheid werd hij in Sittard begraven, geen steen sierde zijn graf.

Wat gebeurde er tot 1940?

Vreemd genoeg werd er een jaar na zijn dood in 1890 reeds een comité gevormd, onder voorzitterschap van de toenmalige burgemeester H. Rutten. Dit comité stelde zich tot doel om de gedachtenis van Charles Beltjens levend te houden en zijn werk te eren. Zijn graf zou worden versierd met een bronzen borstbeeld en een uitgave van al zijn gedichten zou worden verzorgd. Het bleef bij plannen.

In 1932  werden de plannen voor een herdenking opnieuw opgepakt, maar ook deze plannen hadden geen succes.

In 1940 (50 jaar na de dood van Charles Beltjens) ging men er eens goed voorzitten. Men zou ter herdenking een borstbeeld of medaillon plaatsen in een park (van zijn graf was mogelijk niets meer over), men zou een straat naar hem vernoemen en een bundel van zijn gedichten zou worden uitgegeven. Het uitbreken van de oorlog in 1940 gooide hier roet in het eten (Valkhoff 1940, p. 323).

Wat gebeurde er na 1940?

Charles Beltjenslaan

Eerst gebeurde er een hele tijd niets, totdat het gemeentebestuur van de gemeente Sittard een mooie straat in een nieuwbouwwijk in de Kollenberg vernoemde tot Charles Beltjenslaan. Dat was tenminste al iets.

Stichting Charles Beltjens

In 1982 werden door Jos Daniels uit Sittard en Harrie Strijkers uit Berg aan de Maas plannen gesmeed tot uitgave, respectievelijk heruitgave, van door hen verzamelde materialen. Gaandeweg rijpte bij hen het plan om hiervoor een stichting in het leven te roepen, met als doel om kleine uitgaven over geschiedenis, volkskunde en cultuur in Limburg mogelijk te maken. Maar de stichting moest een naam hebben. Naar een idee van Hein Bovendeaard werd gekozen voor de naam Stichting Charles Beltjens. Nu kwam er een tweede doelstelling bij het instandhouder van de nagedachtenis van hun naamgever, de dichter Charles Beltjens.
Op 23 juni 1987 werd de stichtingsakte verleden voor notaris Wanders in Geleen.

De Stichting ging voortvarend te werk. Met het uitgeven van kleine werken werd begonnen. Daarnaast zou het in 1990 100 jaar geleden zijn, dat Charles Beltjens stierf. De Stichting wilde dat herdenken. Er zou een standbeeld van de dichter worden opgericht en een boek over de dichter worden uitgegeven, waarin zijn verzameld werk zou worden opgenomen. Er werd een comité gevormd om een en ander te realiseren. Door het onverwachte overlijden van Jos Daniels, de gangmaker van het project, op 10 januari 1989 kwam er echter een kink in de kabel.

Literaire avond

Terwijl het project weer was opgepakt, werd de sterfdag van Charles Beltjens op 21 juni 1990  herdacht op een literaire avond met o.a. voordrachten van dr. Peter J.A. Nissen en dr. Wiel Kusters.

Charles Beltjens herdicht

Eveneens ter opluistering van de 100ste sterfdag verzocht de Stichting Charles Beltjens een viertal dichters om op hun eigen  wijze in een gedicht het werk van Charles Beltjens te herdenken. De dichters waren Hans Berghuis, Frans Budé, Leo Herberghs en Wiel Kusters. Hun gedichte werden, onder de titel: Charles Beltjens herdicht, in 1991 gepubliceerd. De tekst van deze brochure is gratis te downloaden vanaf de website http://www.dbnl.org/tekst/berg058char01_01/ . Gebruik de tab Downloads voor het downloaden van een PDF.

Jardin  d’Isabelle

Het gemeentebestuur van Sittard was inmiddels begonnen met het opknappen van de Franse tuin achter het pand Markt 28. In dit pand had vroeger in de tijd van Charles Beltjens de dokter Frans Cornelis de Borman gewoond. De Borman was gehuwd met een dochter van de rijke familie Engelen, vandaar dat de tuin Engelenhof, of misschien wel in het dialect ‘Engelenhaof’ werd genoemd. Isabelle was een dochter van De Borman en Charles Beltjens werd op haar verliefd. Urenlang zat hij met Isabelle in de tuin en droeg zijn gedichten aan haar voor.
Geen wonder dat het gemeentebestuur de opgeknapte tuin de naam ‘Jardin d’Isabelle’ gaf met een mogelijke verwijzing naar Charles Beltjens en zijn Franstalige gedichten.
De tuin maakt nu deel uit van de 24 geheime tuinen van Sittard (zie foto).

Vermakelijk is het verhaal van Wiel Kusters over de tuin in zijn artikel, getiteld: ‘Entree. De bomen van Beltjens’. Hij schrijft dat in het pand Markt 28 nu een Chinees restaurant is gevestigd. Op zekere dag stapt hij daar naar binnen omdat hij wel eens de Franse tuin van de Bormans wilde zien. De Chinezen begrepen zijn verzoek niet, of deden alsof. De onzichtbare achterkant van een restaurant ziet er meestal niet florissant uit. Hij ging onverrichterzake naar buiten.
Via een omweg bereikte hij op de Wal de achterzijde van de tuin. Hier was de tuin wel te betreden, maar hij zag alleen mar bomen. Bomen, die Charles Beltjens mogelijk ook gezien heeft. Verder was de tuin kaal.
Het artikel heeft geen datum, maar Wiel heeft dus de tuin gezien, voordat deze  opgeknapt werd.
beltjens-1

Herdenkingsmonument Charles Beltjens

De Stichting Charles Beltjens had aan de Sittardse beeldhouwer Guus Roebroek de opdracht gegeven om een monument te ontwerpen. Dit gebeurde met steun van de gemeente Sittard en de provincie. Guus Roebroek kweet zich van zijn zaak en op 28 januari 1995 kon het monument worden ingehuldigd door de toenmalige burgemeester J. Tonnaer.
Het beeld kreeg een toepasselijke plaats in de Jardin d’Isabelle.

Math Vleeshouwers was verzocht om hierbij een spreekbeurt te houden. De weerslag van deze spreekbeurt werd later gepubliceerd onder de titel: Onthulling monument Beltjens in de Jardin d’Isabelle. Hij geeft een beschrijving van het beeld en de gedachten van de kunstenaar hierbij. De bronzen buste staat op een hardstenen sokkel, waaruit opengebroken  bronzen stroken verrijzen, verwijzend naar de kooi van de gevangen condor uit het gedicht Le condor captif. De stroken gaan over in de buste, waardoor het lijkt alsof Charles Beltjens ontsnapt aan de Sittardse kooi van onbegrip.

Charles Beltjens Poésies

Ook een andere doelstelling maakte de Stichting waar. In 1995 werd de bundel Charles Beltjens Poésies gepubliceerd met verzamelde gedichten van de dichter. Deze bundel heb ik reeds uitgebreid besproken in deel II, zodat ik hier volsta met een korte beschrijving. De bundel heeft een educatief karakter, omdat de Verzamelde gedichten worden voorafgegaan door twee inleidingen, een van dr. Peter J.A. Nissen met een biografische schets van Charles Beltjens en een van dr. Wiel Kusters over Charles’ gedichten. De inleidingen zijn gebaseerd op de voordrachten, die door beide heren werden gehouden op de literaire avond van 21 juni 1990.

Epiloog

Uiteindelijk heeft de stad Sittard, zij het wat laat, haar stadsgenoot geëerd. Vooral de Stichting Charles Beltjens heeft hier een groot aandeel in gehad. Zij hebben de naam van hun naamgever alle eer aangedaan. Vooral de uitgave van de dichtbundel Charles Beltjens Poésies is een goede zaak. Heet Nederland kan nu kennisnemen van een groot aantal gedichten van hem. En ook het herdenkingsmonument is een goede zaak. Elke dag worden de Sittardenaren herinnerd aan een groot dichter en aan het onrecht wat hem tijdens zijn leven werd aangedaan.

Laat ik eindigen met de slotwoorden, die Math Vleeshouwers sprak tijdens zijn toespraak op 28 januari 1995;

“Beltjens als kunstenaar niet begrepen, als Sittardenaar te laat geëerd. Monument en Verzamelde gedichten, opgericht en uitgegeven dank zij de stichting die zijn naam draagt, vormen een eerherstel”

Maastricht, 17 februari 2017

Pierre Swillens

Bronnen

Berghuis, Hans e.a.
Charles Beltjens herdicht
Uitgeverij Herik, Landgraaf 1991

Kusters, Wiel
Entree. De bomen van Beltjens
in Een korte historische terugblik, Harrie Strijkers, 1995

Strijkers, Harrie
Een korte historische terugblik, Stichting Charles Beltjens 1995

Vleeshouwers, Math
Onthulling monument Beltjens in Jardin d’Isabelle
in Een historische terugblik, Harrie Strijkers, 1995

Valkhoff, P.
Een vergeten Limburgse romanticus,
in De Gids, Jaargang 104, 1940

 

.

 

Charles Beltjens (deel 1)

20 jan

Een vergeten dichter uit Sittard

Zijn leven en zijn werk

charles-beltjens-3

Inleiding

Als men vandaag de dag een Sittardenaar vraagt: “Noem eens een aantal bekende Sittardenaren”, dan zal hij of zij in negen van de tien gevallen de naam Toon Hermans noemen. Een aantal zal zich de naam van de stadsprofeet Zefke Mols herinneren of van de zanger Jo Erens. Een aantal mannen zal de namen van de voetballers Willy Dullens en Jan Notermans te binnen schieten.
Maar weinigen zullen de namen van de schrijver Felix Rutten of de dichter Charles Beljens  noemen. Grootheden waar in Sittard straten naar zijn genoemd en standbeelden voor zijn opgericht.

In deze serie weblogs wil ik de figuur Charles Beltjens nader belichten.

Biografie van Charles Beltjens

Charles Beltjens werd op 2 mei 1832 in Sittard geboren. Zijn vader, afkomstig uit Roermond, dreef een grote zaak in modeartikelen in de Limbrichterstraat. Zijn moeder, hoewel in Sittard geboren, was van Waalse afkomst. Zij was een dochter van een Luikse goudsmid, die zich in Sittard gevestigd had.

Eigenlijk was de familienaam volgens het geboorteregister Beltgens, maar aangezien de g in een j werd uitgesproken, had een of andere ambtenaar, dat in de loop der tijd aangepast. De vader van Charles tekende al met de naam Beltjens (Valkhoff 1940, p. 310).

Binnen de familie werd Frans gesproken. Dat was niet zo abnormaal, want binnen gegoede families in Roermond, Sittard en Maastricht werd Frans gesproken. De Waalse afkomst van de moeder zal daar zeker aan hebben bijgedragen.

Charles ging in Sittard naar de lagere school. Na beëindiging van de lagere school, stuurde zijn vader hem naar het College Kallen, een onderwijsinstituut in 1831 opgezet door de Sittardse priester Andreas Kallen. Aan deze onderwijsinstelling werd o.a. in Latijn en Grieks, Frans, Duits en Nederlands en wiskunde onderricht. Charles verbleef hier in het studiejaar 1842-1843

Rolduc

Waarschijnlijk achtte zijn vader deze opleiding niet adequaat en misschien hoopte hij wel dat Charles priester wilde worden Charles had nog vier broers, een priester in de familie was dus niet gek. Hij stuurde hem in 1843 naar de onderwijsinstelling in Rolduc. Rolduc had tussen 1830 en 1843 gefungeerd als klein seminarie van het bisdom Luik. De opleiding was dus Franstalig en gericht op ‘het ambt van priester.
Inmiddels was de opleiding overgegaan naar het pas opgerichte vicariaat in Limburg en inmiddels vrijgegeven voor niet-priesterstudenten. De opleiding bleef Franstalig. De van Weet afkomstige priester Hendrik Peters was de directeur. Hij had veel belangstelling voor de letterkunde en bracht dit over op de leerlingen. Merkwaardigerwijs was zijn belangstelling voor  de Vlaamse letteerkunde het grootst, terwijl voor de leerlingen van Rolduc een strafsysteem gold, wanneer zij niet Frans spraken tijdens en buiten de lessen. Bovendien ging hij later dichten in de Franse taal. Onmiskenbaar heeft hij een grote invloed gehad op de literaire ontwikkeling van Charles Beltjens, alsmede op diens voorliefde voor de Franse taal.
Bovendien legde Peters bij de opleiding een nadruk op de muzikale vorming van de leerlingen, Dit is waarschijnlijk de reden waarom Charles later viool  is gaan spelen (Nissen 1995, p. 10-11). Charles Beltjens had geen ambitie om priester te worden, maar de opleiding in Roldus zal hij met plezier hebben gevolgd.  Hij vertrok hier in 1849.

Verdere loopbaan

Of Charle in Rolduc al gedichten heeft geschreven, is niet bekend, maar kort na zijn vertrek aldaar moet hij met dichten zijn begonnen Hij schreef zijn gedichten uitsluitend in het Frans. Waarom hij zijn gedichten in het Frans schreef is niet zo verwonderlijk. Thuis sprak hij steeds Frans, zijn opleiding in Rolduc was Franstalig, zijn directeur Peters schreef als flamingant uitsluitend in het Frans. Bovendien schreven de Maastrichtse dichter André van Hasselt en Theodore Weustenraad in het Frans (Nissen 1995, p. 12).

Er is een schriftje gevonden, gedateerd 1851, waarin Charles met potlood voltooide en onvoltooide gedichten had geschreven. Een van de gedichten was getiteld ‘Adieu à Rolduc’. Op het schriftje had hij geschreven: II. Cahier de Poésies, hetgeen erop wijst dat er een eerder geschrift moet zijn geweest (Nissen 1995, p. 11). Valkhoff noemt dit geschriftje overigens een dik kladcahier (Valkhoff 1940, p. 311).

Als hij geen priester wilde worden, dan moest hij maar een vak leren. zo oordeelde de vader van Charles Beltjens en hij stuurde hem naar een oom in Leuven, om daar het vak van koopman te leren. Maar de dromerige Charles was niet geschikt voor het harde zakelijke leven. En na enige jaren keerde hij terug naar Sittard.

Nissen schrijft, dat niet bekend is, waar Charles Beltjens in de vijftiger en zestiger jaren van de negentiende eeuw precies heeft verbleven. Hij schrijft, dat dichters wel vaker een periode hebben, die zich aan de historische waarneming onttrekt (Nissen 1995, p. 13). Vast staat wel, dat hij zich bezig bleef houden met het maken van gedichten.

Romance met Isabelle de Borman.

In 1823 vestigde Frans Cornelis de Borman zich als geneesheer in Sittard. Hij had gestudeerd aan de univeriteit van Luik. Hij betrok een statig herenhuis aan de Markt. Daar achter lag een mooie Franse tuin, die reikte tot de Wal.
De Borman was een vermogend man en bereikte een hoog aanzien in Sittard. Zo was hij lid van de gemeenteraad.
Hij hield bijeenkomsten met gelijkgestelden en gelijkgezinden, waarbij gesproken werd over kunst en cultuur en gemusiceerd. Charles Beltjen kreeg toegang tot dit gezelschap, waarschijnlijk omdat hij kon vioolspelen. Het isook mogelijk, dat hij een klankbord vond voor zijn gedichten.

De Borman had een knappe dochter, Isabelle. Charles ontmoette haar en spoedig ontwikkelde zich een romance tussen beiden. Charles was met zijn lange haren en baard een flamboyante verschijning en Isabelle werd zijn muze. Urenlang zaten ze in de tuin en dan las Charles zijn liefdesgedichten, die hij voor haar geschreven had, voor.
Toen de rlatie serieus werd, verbrak vader De Borman deze. Hij vond Charles geen portuur voor zijn dochter. Charles raakte verbitterd en hij vertrok uit Sittard naar Brussel.

Brussel

Charles voelde zich als Franstalige dichter toch al meer Belg dan Nederlander. In 1855 schreef hij het lange gedicht ‘Ode sur le XXVme Anniversaire de l’Indépendance Nationale de la Belgique’ (Nissen 1995, p. 13).

Hij schreef een aantal brieven naar zijn ex-geliefde Isabelle, waarbij hij haar vader verweet, dat deze de relatie verbroken had vanwege standsverschillen. De Beltjens waren weliswaar welgesteld, maar het waren maar kooplieden. Het is de vraag of dat de enige reden was voor vader De Borman. Hij hield niet van de flamboyante bohemienachtige levensstijl van Charles, noch van diens liberale ideeën.

Parijs

Zeker is dat Charles Beltjens in de tweede helft van de zestiger jaren in Parijs verbleef. Deze jaren hebben grote invloed gehad op zijn dichten, zowel inhoudelijk als stilistisch. Hij kwam in contact met grote Franse schrijvers en dichters. Hij correspondeerde een jaar met Victor Hugo. Hij kwam in aanraking met het liberale gedachtengoed van Franse poëten. Hij zwoer het Godsbeeld af en maakte zich de ‘klassieke-heidense’ gedachtewereld in zijn gedichten eigen.
Hij zwoer eveneens de romantici af en sloot zich aan bij een groep jonge dichters, die zich de Parnassiens noemden en voor een minder hoogdravende stijl kozen (Nissen 1995, p. 15)..

Terug in Sittard

In 1872 keerde Charles Beltjens weer terug naar Sittard. Hier bleef hij de onbegrepen dichter en de eenling. De voedingsbodem, zoals in Parijs, ontbrak hier. Men beschouwde hem als een zonderling, een bohemien, die men dagelijks in een café kon aantreffen.

Wel bleek, dat Charles Beltjens zich in zijn laatste levensjaren weer met God verzoend had. Dat was te danken aan zijn relatie met de pater Godefridus Jonckbloet, leraar aan het Sittardse Aloysiuscollege aan de Oude Markt. Hij behandelde tijdens zijn lessen gedichten van Charles. Hij prees de stilistische kwaliteiten van Charles, ofschoon hij het vaak niet eens was met de inhoud.
Charles stierf op 20 juni 1890, voorzien van de laatste sacramenten, eenzaam, maar toch verzoend met God (Nissen 1995, p. 18).

Epiloog

Charles Beltjens is een ondergewaardeerde dichter. Hij had het lot, dat hij geboren werd in een provinciestadje, waar zijn werk niet werd begrepen. Bovendien had hij door zijn Franstalige gedichten een beperkte lezerskring. Er is weinig van hem gedrukt, tot 1995 geen enkele bundel. Eerst in 1995 bracht de Stichting Charles Beltjens de bundel Charles Beltjens Poésies uit.

Valkhoff schrijft:
(…) ik bedenk hoe geheel anders zijn lot had kunnen zijn, als hij, in Frankrijk geboren, daar geleefd had te midden van gelijkgezinde dichters. Zou hij dan niet voortdurend tot  meer en beter werk geïnspireerd zijn, waarvoor de aanleg bij hem aanwezig was?  (…) (Valkhoff 1940, p. 322).

Woorden waar weinig aan toe te voegen is.

Maastricht, 18 januari 2017

Bronnen:

Nissen, Peter J.A.
Charles Beltjens in zijn tijd, een biografische schets, in Charles Beltjens Poésies, 1995

Kusters, Wiel
Condor en papegaai, in Charles Beltjens Poésies, 1995

Valkhoff, P
Een vergeten Limburgse romanticus, in De Gids, Jaargang 104, 1940

 

.