Tag Archives: duitsland

Zefke Mols 1874-1955 (deel 1)

16 mrt

Een straattype uit Sittard

Volksfiguren uit de oude tijd

Wie was Zefke Mols?

Zefke Mols stamt uit een gezin van acht kinderen, waarvan de ouders reeds vroeg overleden. Zefke Mols was wees, toen hij 11 jaar oud was. De familie Mols werkte ’s zomers in de steenfabrieken in Duitsland, in de winter bezochten zij als marskramers de boeren in de omgeving van Sittard.
Op zijn vijftiende begon hij als leerling-sigarenmaker bij een sigarenfabriek in Wehr (Duitsland). In 1907 had Zefke zich opgewerkt tot verkoper en reisde hij met sigarenmonsters door Duitsland. In 1908 kwam hij hierbij in Karlsruhe terecht. Toen daar tijdens feestelijkheden een man werd vermoord, werd Zefke hiervan verdacht. Hij werd eindeloos verhoord en uiteindelijk, ondanks gebrek aan bewijs, tot levenslang veroordeeld.
Toen de echte moordenaar zich meldde, werd hij in 1914 vrijgelaten.

Wat kwam er toen van Zefke Mols terecht

Na zijn vrijlating, aangeslagen als hij was, leidde hij een zwervend bestaan. Hij knapte karweitjes op voor eten en onderdak. Zo kwam hij zelfs in Frankrijk terecht. In 1924 dook hij weer op in Limburg en zette hij zijn zwerversbestaan voort. In 1925 werd hij opgepakt wegens landloperij en opgesloten in een werkkamp in Veenhuizen (Drenthe).
In 1928 was hij weer terug in Sittard en vond hij onderdak in de schuur van een oude vriend.

Toen zijn vriend verhuisde, verhuisde Zefke Mols mee. Ook op het nieuwe adres kreeg hij de beschikking over een schuur. De gemeente Sittard gedoogde Zefkes verblijf in de schuur en gaf hem een verklaring dat hij daar tot zijn dood mocht wonen. Later legde ze zelfs elektrisch licht aan in de schuur. Eten en drinken kreeg hij van de buurtbewoners en Maatschappelijk Werk voorzag hem van kleding.

Zefke Mols als volksfiguur

9-Zefke-Mols

Zefke leefde op de straat. Je kwam hem nog wel eens tegen. Spraakzaam was hij niet. Na zijn vrijlating in Duitsland had hij gezworen nooit meer te praten. Dat deed hij alleen nog maar als het nodig was en alleen tegen mensen, die hij vertrouwde. ’s Zomers sliep hij vaak buiten aan de voet van een kastanjeboom aan de Wal. Zich opfrissen deed hij dan aan een waterpomp op de Markt.

Het liefst zat hij op de brug over de Keutelbeek, midden in het centrum van de stad. Hij bekeek dan zwijgzaam de passanten. Op zekere dag hadden studenten van het nabijgelegen Bisschoppelijk College (het college waar Willy Dols les aan had gegeven) een aantal medailles op zijn jas gespeld. Zefke vond dat kennelijk leuk en ging zich volhangen met medailles op zijn buik en jas (zie foto). De medailles kreeg hij aangereikt door omwonenden.

De medailles werden zijn handelsmerk. Hij werd de ‘onderkoning’ van Sittard. Hij werd ook wel een van de stadsprofeten genoemd, zoals de troubadour Jo Erens (1928-1955) zong in zijn liedje ‘Zefke Mols’. Ook zong hij ‘mit zien medaajes oppe boek’ (met zijn medailles op de buik).

Het einde van Zefke Mols

Hoewel Zefke Mols vrijwel op straat leefde, kwam hij eerst in 1955 op 81-jarige leeftijd te overlijden. Hij was in zijn slaap gestorven.
Op zijn dood werd in Sittard geschokt gereageerd. Een bekend volksfiguur was uit het stadsbeeld verdwenen.
Hij werd onder overweldigende belangstelling begraven. Om de begrafeniskosten hoefde men zich niet druk te maken. Toen Zefke 65 was geworden, had hij nooit zijn AOW opgehaald. Geld had hij niet nodig, hij werd immers onderhouden door de gemeenschap. De gemeente Sittard had zijn AOW opgespaard en zorgde voor een degelijke begrafenis.

Zefke werd begraven met een eer, die hem toekwam. en zijn graf werd versierd met een mooie grafsteen.

Pierre Swillens

Bron: Wikipedia ‘Zefke Mols’, artikel gesjreve in ’t Zittesj (artikel geschreven in het Sittards)

Sculptors from Zimbabwe (deel 3)

10 aug

the first generation,

een bijzondere ontmoeting met een bijzondere man

Inleiding

Als je de beeldentuin Maastricht-Heerdeberg bezoekt, dan liggen de verhalen voor het oprapen. Zo ook op 5 augustus jl. Wij kochten bij José twee mooie beeldjes. José vertelde, dat de kunstenaar voor de beeldjes kobalt steen had gebruikt, een zeldzame steen met mooie kleurschakeringen.
Bovendien vertelde ze, dat de kunstenaar zelf op de beeldentuin aanwezig was.  Zijn naam is Edward Chiwawa, een van de nog weinig levende kunstenaars, die worden aangeduid als behorend tot ‘the first generation’ van Zimbabwaanse beeldhouwers in steen. Een ontmoeting met hem was te arrangeren, een kans die wij ons niet voorbij lieten gaan.

Ontmoeting met Edward Chiwawa

Foto A
Poseren met Edward Chiwawa
XIMG_8412-cs2a

Een bereidwillige medewerkster van de beeldentuin zorgde er voor, dat Edward Chiwawa met ons op de foto ging.  Hij moest het kappen van een beeld even onderbreken. Met een leeftijd van 79 jaar kapt hij nog ruim 13 uur per dag.

Een beetje ‘lullige’ foto. Twee oudjes, die triomfantelijk poseren met hun ‘behaalde’ trofee en een kunstenaar, die berustend kijkt: ‘moet ik weer op de foto’.
Ook lullig vind ik, dat ik het grootste beeldje mag vasthouden. Maar zeg eens eerlijk, met dat kleine beeldje zou nog lulliger geweest zijn.
Voor alle duidelijkheid Edward is met zijn 79 jaar de jongste op de foto (zie foto A).

Biografie van Edward Chiwawa 

Mijn voornaamste bron is Sculptors from Zimbabwe, geschreven door Ben Joosten. 

Edward Chiwawa is in 1935 geboren in Guruve (Zimbabwe).  Hij behoort tot de Shona groep en wel tot de Korekore stam.
Hij maakte kennis met het beeldhouwen in steen via zijn neef Henry Munyaradzi, een bekend beeldhouwer in steen.

Foto B

Edward Chiwawa aan het kappen in de beeldentuin

XIMG_8408-cs2a

Edward Chiwawa, voornamelijk werkzaam als landarbeider en korvenvlechter, besloot om in 1970 ook te beginnen met beeldhouwen in steen. Zijn leermeester was Wilson Chakawa.
Hij werkte een aantal jaren in Tengengenge, maar vertrok toen weer naar zijn geboorteplaats Guruve. Om zijn beelden onder de aandacht van kopers en galeriehouders te brengen, bracht hij zijn beelden naar een stand in Tengenenge.

In 1979 gedurende de Bevrijdingsoorlog in het toenmalige Rhodesië werd het te gevaarlijk in Guruve en ging Tengenenge zelfs dicht.  Met meerdere kunstenaars sloot Edward Chiwawa zich aan bij Tom Blomefield in Harare. Na de oorlog keerde Edward Chiwawa niet terug naar Guruve. Hij woont nu in Chitungwize, ten zuiden van Harare.

Edward Chiwawa slaagde er wel in om zijn beelden geplaatst te krijgen op ‘exhibitions’, zoals London (1981), Frankfurt (1985), Sydney (1986), Melbourne (1987), Rome (1987), Parijs (1987), Zwitserland en de USA in 1986. In 1986 won hij in Budapest de 1e prijs op de ‘7th International Small Sculpture Exhibition’.
Veel van zijn werken maken een permanent deel uit van de collecties van de National Gallery en het Chapunga Sculpture Park in Harare (Zimbabwe), de collectie van Manfred Kuhnigk in Bad Soden (Duitsland), het Afrika Museum in Berg en Dal en de collectie van Joseph Baerber in Zwitserland (bron: Franck MCEwen, THE AFRICAN WORKSHOP SCHOOL Rhodesia n.d.).

Werken van Edward Chiwawa

man_in_the n'jeelja_bush

In het verhaal van de Franck MCEwen school wordt het beeld van Edward Chiwawa met de moeilijke titel ‘Man in the N’Jeelja Bush’ genoemd als een mooi beeld. Het beeld is abstract, en gemaakt van serpentijnsteen. Het heeft afgeronde gladde kanten, geometrisch lijnenspel van de armen en het typische Edward Chiwawa gezicht.

Alle gezichten, man of vrouw, worden door Edward Chiwawa minimalistisch voorgesteld. De ogen bestaan uit twee concentrische cirkels, de neus is hoekig en plat, de mond vaak een streep. De beelden met enkel een gezicht bracht hij in relatie tot de maan, zoals ‘Moon Head’ of tot de zon zoals bijvoorbeeld in Rising Sun Head.’
Het beste voorbeeld hiervan kan ik geven door een foto te plaatsen van de door ons verkregen beeldjes van Edward Chiwawa. Op onze vraag hoe hij de beeldjes noemde, zei hij ‘Moon Head’.  Wij hebben hem helaas niet gevraagd of de beeldjes met elkaar verband hielden. Het grootste beeldje heeft hij duidelijk gesigneerd met E Chiwawa, het kleine niet. Misschien hoort het bij het grotere, zoiets als ‘Moeder en Dochter’ of ‘Vader en Zoon’. Het geslacht van het gezicht is moeilijk af te leiden, ofschoon op internet iemand beweert, dat het vrouwelijke trekken heeft.

Wel wil ik nog wijzen op de steen, een soort cobalt steen. met een mooie kleurschakering. Bij strijklicht komt er een paarse gloed over. Edward Chiwawa hecht veel waarde aan de steen. Hij schijnt eens gezegd te hebben: “De steen moet voor zichzelf spreken”.

Foto C
Dubbele ‘Moon Heads’\XIMG_8416-cs2-irf-cs2a
Voor een verdere indruk van Edward Chiwawas werk, zie de fotogalerij.

Pierre Swillens

Fotogalerij

Vluchtigheidjes (2)

29 jun

Warning

Don’t listen to a

small talk of a politician

soft talk of a Presbytarian

bussiness talk of a salesman

punish talk of a policeman

money talk of your wife, but

enjoy life

PS

Leedvermaak

Gezien op TV
Duitsland – Italië 1-2

Dialoog

Hij komt thuis.
Hij: =rT?
Zij: FFZZ

Hij is al langer thuis.
Zij: FFpijpe?
Hij: Nee,FFlulle

Toevalligheden

Hij heet Super
Zij heet de Boer
Samen heten ze Super de Boer

Hij heet Sode
Zij heet Mieters
Hun kinderen: sodemieters

Hij heet Mieterstjes (hij heeft bovendien een prima baan)
Zij heet Magertjes (zij heeft bovendien anorexia )

Maastrichtse anekdote

Jaren geleden vertelde een rasechte Maastrichtenaar z.g. een anekdote, wat een waar gebeurd verhaal zou zijn. Op de Boschstraat woonde een huisdokter. Op zekere dag vervoegt Sjengske zich bij hem en zegt: “Menier de dokter, hey is de zeik van meer” (de plas van moeder). De dokter vindt dit grof. Hij weet dat Sjengske een ouder broer heeft en zegt: “Kon Lewieke dat niet brengen”. Waarop Sjengske riposteert: “Nei menier de dokter, dae is te astrant in de moul” (te brutaal in de mond).
Het kon dus erger.

Pierre Swillens