Ontboezemingen over het begrip tijd
Waar blijft de tijd?
De Tijd
Vroeger hoorde je wel eens iemand zeggen: “Waar blijft de tijd?” Een grapjas zei dan: “Die is opgeslokt door De Maasbode”. Wat was er toen gebeurd: het katholieke dagblad ‘De Tijd’ legde het loodje en fuseerde op 1 april 1959 met De Maasbode. Vandaar die uitspraak.
Als ik dan ook, en nu nog, hoor: “Waar blijft de tijd?”, dan zeg ik steevast: “Die is opgeslokt door De Maasbode”. Flauwe grapjes beklijven het meest.
Het begrip tijd
Ondanks dat flauwe grapje obsedeerde het berip tijd mij overmatig. Ik ging er mijn eigen gedachten over vormen. Bestaat het begrip tijd wel? Volgens mij niet, maar wie ben ik? Je kunt het begrip tijd in ieder geval niet zintuiglijk waarnemen.
Ik ben dus op internet gaan surfen om een bevestiging van mijn stelling te vinden. Ik zal u bij mijn zoektocht besparen, wat alle filosofen, natuurkundigen etc. over het begrip tijd hebben gezegd.
Gerrit Kouwenaar
Gerrit Kouwenaar (1923-) is een dichter. “Wat heeft die man met het begrip tijd te maken?”, zullen jullie zeggen. Nou Gerrit Kouwenaar schreef een mooi gedicht over het begrip tijd. Hij schreef er wel meer, maar deze viel mij op.
Allereerst het gedicht:
Gedicht van Gerrit Kouwenaar (zie foto) uit de bundel: ‘De tijd staat open’, 1996.
Overpeinzingen
Wat nu volgt over dit gedicht zijn niet altijd mijn woorden. Ik heb recensies over dit gedicht gelezen, dus ik ben niet onbevooroordeeld. Ik zal aangeven, waar ik de recensent citeer.
Zo is volgens de recensent uit de eerste regel te lezen, dat Kouwenaar het heeft over een kloktijd en een innerlijke tijd. ‘Het is laat’ is kloktijd, ‘zoals ieder jaar’ is innerlijke tijd, het gevoel dat je hebt over het verleden. De mens onderscheidt een onderverdeling van de tijd in het verleden, het heden en de toekomst.
Dat doet Kouwenaar ook. De tweede zin gaat over het heden, de derde zin over het verleden en de vierde zin over de toekomst. Hij worstelt met die onderverdeling, zoals in ‘de tijd zit krap in zijn heden’. Volgens de recensent,volgens mij en volgens mijn dochter Bianca, die ook wel eens gedichten maakt, een mooie zin.
Wat is nu heden? Zeg maar eens: “Het heden is nu”. Dan ben je al te laat, want je zit al in de toekomst. En zelfs voor de toekomst ben je al te laat, want die ligt al achter je. Kunt u mij nog volgen, of haakt u af?
De tijd van het leven is weer te geven als een rechte lijn.
Op die lijn wordt dan het verleden, het heden en de toekomst uitgezet, zoals een mens die ervaart of heeft ervaren. De toekomst is ongewis, dus dat is nog geen lijn. De lijn van het verleden is afhankelijk van de leeftijd van iemand. Meestal hoopt men dan dat die lang duurt. Ik kan er met mijn 88 over meepraten.
Zoals we gezien hebben, is het heden slechts een stip, zodat op de lijn alleen het verleden zichtbaar wordt. En dat verleden is slechts herinnering, zodat er niet sprake is van een lijn, maar van een punt waar verleden, heden en toekomst samenkomen. Kun je dan nog spreken van het begrip ‘tijd’?
Iemand die de tijd in een rechte lijn uitzette was Augustinus. Aurelius Augustinus (354-430), kerkvader en filosoof, hield zich met het begrip tijd bezig. Dit had een religieuze achtergrond. Als vrome kerkvader vond hij, dat God bij het scheppen van de hemel en aarde, ook het begrip tijd had geschapen. De tijd werd door hem dan ook gerelateerd aan de tijdsduur die eenieder meemaakte om uiteindelijk in de hemel te belanden. Hij zag de tijd dus als een tijdslijn vanaf de geboorte tot de opname in het Rijk der hemelen.
Bij nadere bestudering kwam hij tot de conclusie, dat alleen de tijd van het heden bestond. Bij de driedeling verleden, heden en toekomst was volgens hem sprake van de tegenwoordige tijd van het verleden, de tegenwoordige tijd van het tegenwoordige en de tegenwoordige tijd van het toekomstige.
Epiloog
Als de tijdlijn niet is uit te drukken in een horizontale lijn, hoe moeten we die lijn dan uitdrukken. Er zijn geleerden, die drukken de tijdslijn uit in een cirkel. Die begint op een punt, waar je staat en eindigt achter je. Het verleden, heden en de toekomst liggen inmiddels achter je. Hoe dat in elkaar zit, zien we in deel 2. Ik wil dan tevens terugkomen op het gedicht van Gerrit Kouwenaar. Dit onder de premisse, dat jullie nog niet zijn afgehaakt.
Geef een reactie