Hub als veelzijdig kunstenaar
De andere kant van Hub
Inleiding
Na zijn pensionering in 1976 en zijn vertrek naar Andorra had Hub veel vrije tijd. Hij ging zich met andere dingen bezighouden, waar hij vroeger geen tijd voor had gehad.
Ook hier blijkt weer de veelzijdigheid van Hub. Hij schreef boeken, verhalen en gedichten. Hij maakte schetsen, aquarellen en olieverfschilderijen. Hij experimenteerde ook nog met beeldhouwen, hetgeen hij niet onverdienstelijk deed.
Dit alles is te zien op de website http://www.jhfrenken.nl. Om mijn relatie met Obbicht te laten zien, volgt hieronder een samenvatting van zijn werk.
Hub als schrijver van verhalen en boeken
Hub begon zijn memoires vast te leggen in verhalen en boeken. Zijn losse verhalen gingen over zijn tijd als piloot, als arts in de West, als krijgsgevangene in de oorlog en als reizigers op zijn reizen naar Nepal, Macao en Japan.
Op de volgende afbeelding staan een aantal boeken.
Hub schreef in 1995 het boek ‘Piet Soer en anderen van de oude Indiëroute’, waarbij hij zijn ervaringen als piloot op de Indiëroute beschreef (op de afbeelding links).
Later publiceerde hij in 2000 het boek ‘Beelden uit mijn kinderjaren’ (zie midden op de afbeelding). Hub beschrijft hierin, onder het pseudoniem Bertje op de Kamp en min of meer semi-autobiografisch, in anekdotes zijn belevenissen uit zijn jeugdjaren. Opvallend is, dat hij zich na een turbulent leven nog veel uit zijn jeugd herinnerde.
Ik heb dit boek met plezier gelezen, omdat ik veel figuren en situaties uit dit boek vanuit mijn eigen jeugdjaren herken. Zo heeft hij het over Pijpje Drop, een man die met een hondenkar petroleum langs de deur uitventte. Over die man heb ik eerder in mijn weblogs geschreven, omdat hij bij ons in de straat (Maasstraat) woonde. Ook heeft hij verhalen over spelen aan de beek en langs de Maas, zoals wij later ook deden. Waarschijnlijk was in mijn tijd het dorp Obbicht nog niet veel veranderd.
Laatst kwam ik in de stadsbibliotheek het boek ‘Images from my Childhood’ tegen, een vertaling van voorgaand boek van Hub, aan de hand van de vertaler Sjef Frenken (een familielid?).
Hub als dichter
Hub schreef ook gedichten, meestal in Obbichts dialect. Vele hiervan zijn in 1988 gebundeld in het boekje ‘Sjetse van vreuger’ (op de afbeelding rechts).
Hub was een echte familieman. Zijn vrouw Betta Pernot kende hij als vanaf zijn jeugdjaren. Samen kregen zij vijf kinderen. Betta volgde Hub in al zijn grillen naar nieuwe uitdagingen. Later vergezelde zij Hub op zijn reizen naar Nepal, Macao en Japan. Hub waardeerde waarschijnlijk de trouw van zijn vrouw en bracht dat tot uitdrukking in gedichten voor en na haar dood. Betta stierf op 3 september 1999.
Een gedicht, getiteld ‘De Kus’, druk ik hierbij af.
In ‘Sjetse van vreuger’ kwam ik een gedicht tegen, getiteld ‘Seè, seè rouke’, dat ik herkende uit mijn jeugdjaren. Wij zongen dit liedje op een bepaalde dag (Feest van de Onnozele Kinderen?). Wij gingen dan in Obbicht langs de deur en zongen dit liedje. Dan werd er met appels of snoep gesmeten, waar wij dan om vochten. (In mijn optiek zongen wij echter “Sjèr, Sjèr, rouke. “). Let wel, er werd gesmeten, dus niet overhandigd. De sterkste had altijd het meeste. Volgens mij was het gebruik alleen in Obbicht traditie.
Een zo’n dag kan ik mij goed herinneren. Wij waren met een groepje kinderen aan het spelen, nabij de pastorie in de Dorpsstraat. Plotseling kwam de pastoor naar buiten en smeet, zonder dat wij Seè, seè, rouke hadden gezongen, een handvol centen in ons midden. Waarschijnlijk genoot hij van ons vechten om de centen.
Een ander gedicht, dat ik in de ‘Sjetse van vreuger’ tegenkwam, was getiteld ‘Veurjoar’. Ik druk dit hier af om aan te geven hoe moeilijk het is om het Obbichts dialect te lezen, dan wel te schrijven.Hub als schilder en tekenaar
Met schilderen en tekenen was Hub als vroeg begonnen. Zo had hij reeds in 1966 in het Cultureel Centrum te Aruba een tentoonstelling van zijn werken.
Om een indruk te geven van zijn schetsen, aquarellen en olieverfschilderijen volgt onderstaand een fotogalerij.
- Schets van zijn vrouw Betta
Hub als beeldhouwer
Niet duidelijk is, wanneer Hub zich met beeldhouwen heeft beziggehouden, waarschijnlijk in zijn latere leven. Opvallend is wel het beeld, dat hij maakte van zijn eigen hoofd.
Ik hoop dat ik iedereen een goed overzicht heb gegeven van het uitzonderlijk leven van Hub Frenken. Hij getuigde van een veelzijdigheid, die hij alleen maar door wilskracht en doorzettingsvermogen kon bereiken. Ook was hij als arts een toegewijd persoon. Zeker is, dat hij in Mexico twee jaar als arts onder de melaatsen heeft gewerkt.
Opvallend was, dat hij ondanks zijn turbulent leven een familieman bleef. Zijn vrouw en zijn kinderen zullen tot het laatst van hem hebben gehouden.
Ook is opvallend, dat hij in Nederland weinig bekendheid geniet, ofschoon hij wel eens in het nieuws was. Of hij ooit een koninklijke onderscheiding heeft gekregen, weet ik niet. De aan hem gewijde website praat er niet over.
Of het dorp Obbicht hem geëerd heeft als een belangrijk persoon of een markante inwoner weet ik ook niet. Misschien hebben ze wel een straat naar hem genoemd.
Het meest opvallend is wel, dat hij ondanks het rondzwerven over de gehele wereld het Limburgs dialect niet is vergeten en zich ook niet schaamde voor zijn roots in een klein dorp.
Misschien krijgt hij eens de eer, die hij verdient.
P.H. Swillens
p.s. Sjef Frenken (1935) blijkt een zoon te zijn van Hub en Betta. Toen hij met zijn ouders op Curaçao verbleef, werd hij door hen naar een Jezuïetenschool in Canada gestuurd. Sindsdien is hij in Canada gebleven.