Archief | juli, 2013

Mestreechs Dialek-5

4 jul

Vekantie op Java en Bali

Allein wie kumste dao?

Bianca en Patrick zeen mét de kinder op vekantie nao Java en Bali. ’n Indsje oet de naobersjap zal geer zégke. En dao kós geer wel ins geliek in höbbe. Daobei is mien vraog: “Wie koume ze dao”.

Dat geit volges hun es volg. Ze mote drei oor vaan te veure op Schiphol zeen. En daan iers nog twie oor mèt den oto nao Schiphol rije, es te gein fiel höbs. Daan heet ’t vleegmachien nog ein oor vertraging umtot ze vergete zeen de petrol drin te doon. Este daan in de loch bis, doert ’t nog wel effe.

De maaks ‘ne tössestop in Abbie Dabbie, of zoe get. Dat doert ouch nog aanderhalf oor. Este alles bie-ein achtien oor gevloge höbs, biste dao.En sjlaop meh ins in ein vleegmachien. Este aonkumst biste kepot meuj. ’t Ierste totste daan zeuks is ’n bèdstei.

Trök geit gawwer, daan höbste de wind mét.

Pierre Swillens

Mestreechs Dialek-4

1 jul

Koechele, wat is dat?

Stiekem of heimelijk lachen

Onlangs kwam ik in het boek ‘Gans Mestreech’ van Will Wintjens het woord koechele tegen (pag. 18). Ik had nog nooit van dit woord gehoord en zocht het op in ‘De Nuie Mestreechsen Dictionair’. Daar staat de betekenis van het woord omschreven als stiekem lachen.
Koechele vond ik een mooi woord en ik gebruikte het in mijn blog Mestreechs Dialek-3, gepubliceerd op 28 juni j.l.

Benieuwd naar de etymologie van het woord ‘googelde’ ik op internet naar het woord koechele. Tot mijn verbazing kwam als eerste item tevoorschijn een verwijzing naar mijn blog Mestreechs Dialek-3.  Daar schoot ik niet veel mee op, maar het was toch leuk om te zien, welke hoge prioriteit ik heb op Google. Bij herhaald zoeken was ik al wat gezakt, maar ik stond er nog op.
Nog meer tot mijn verbazing vond ik een item ‘Afbeeldingen van koechele’ met foto’s uit mijn blogs, zoals de foto met de implantatenbaard. Knap dat Google dat als stiekem lachen aanmerkt. Geloven jullie mij niet, ‘googel’ naar koechele op internet.

Nu mijn bevindingen t.a.v. de etymologie van het woord koechele.
De naam Koechele komt in het Duits voor als persoonsnaam, alsmede in de USA via Duitse immigranten. Verder is koechele een Duits woord en betekent langzaam koken. Zo kwam ik in een blog de zin tegen: “Jetzt koechele iech grade Apfelmus”. Je kunt dus van alles koechele.

In het Nederlands komt koechele voor in de woordenlijst van de Stichting Limbörgsche Academie met als betekenis heimelijk lachen. Ook Fons Olterdissen (1865-1923) gebruikt het woord koechele, zij het in de vorm van koechelenteere. Onder redactie van E. Jaspar verscheen in 1926 een verzameling van Olterdissens werken met als titel: ‘Prozawerken in Maastrichtsch Dialect’.  Hierin is het woord koechelenteere tweemaal terug te vinden, terwijl in de woordenlijst koechele te vinden is, nu met de omschrijving heimelijk lachen. Overigens komt in deze woordenlijst ook kókkele voor met als omschrijving giechelen. Wel wordt bij kókkele een verwijzing gegeven naar het Akens kuckele. Wie meer belangstelling heeft voor het werk van Fons Olterdissen kan ‘Prozawerken’ als e-book downloaden op de website http://www.dbnl.org/tekst/olte001alfo01_01/downloads.php. Letop bij olte en alfo staat een o, de rest is een numerieke 0.

Hiermee heb ik geen definitief antwoord gevonden op de etymologische oorsprong van koechele. Aan te nemen is dat het van Duitse oorsprong is, ofschoon hiervoor geen verwijzing is gevonden. Wie kan hier uitsluitsel over geven?

Pierre Swillens