Deelnemen is belangrijker dan winnen
Hard labeur
Karel is een Belgisch profwielrenner. Geen klasbak, maar alla wat wilt ge. Karel heeft zijn hele leven al ´gewielrend´. Elke dag trainen, met nu en dan ter afwisseling een kermiskoers. Hij behoort niet tot een ploeg, hij vormt als het ware een éénmansploeg. Hij wordt namelijk gesponsord door zijn vader. Zijn vader doet in ´iets´ dat Karel niet helemaal begrijpt. Maar het brengt wel wat op. Zijn vader is niet onbemiddeld.
Af en toe koopt hij voor Karel een nieuwe fiets en laat hierop de naam van zijn bedrijf spuiten. Dat is handig voor Karel, want als hem iemand naar de naam van zijn sponsor vraagt, dan wijst hij op zijn fiets. Is zijn fiets niet voorhanden, dan moet Karel het antwoord schuldig blijven. Iets onthouden, is niet het sterkste punt van Karel.
Elke dag trainen
Karel gaat trouw elke dag trainen met Geert. Zij leggen dan samen heel wat kilometers af. Het Vlaamse land heeft geen geheimen meer voor hen. Zij zouden wel eens in de bergen willen koersen, maar Karel woont nog thuis en hij wil elke avond thuis zijn.
Om de dagelijkse sleur te doorbreken, hebben ze afgesproken dat elke dag iemand anders de afsluitende sprint wint.
Kermiskoersen
Karel is een actief deelnemer aan kermiskoersen. Af en toe wint hij wel eens wat, maar ook hier geldt voor hem: Deelnemen is belangrijker dan winnen.
Zijn vader is zijn belangrijkste supporter. Hij rijdt Karel met zijn auto naar de koers en voorziet hem tijdens de wedstrijd van drinken.
Na afloop doucht Karel zich en gaat vervolgens op zoek naar zijn vader. Deze is steevast te vinden in de jurytent, omdat de borrel daar gratis is. Als sportman drinkt Karel geen alcohol. Hij wil naar huis.
Karel monteert dan zijn fiets op de drager van de auto en vervolgens met enige drang zijn vader op de achterbank. Vervolgens rijdt hij naar huis.
Karel wint een semi-klassieker
Karel neemt wel eens deel aan een semi-klassieker en wist er zowaar een te winnen. Zijn vader had hem vroeg bij de start afgezet en afgesproken, dat hij hem op vooraf afgesproken plekken van drinken en voedsel zou voorzien.
Karel had op het juiste moment aangesloten bij een ontsnapte ‘stoemper’. Hij reed kilometerslang achter het omvangrijke achterwerk van de ‘stoemper’. Hij werd als het ware meegezogen. Overnemen kon hij niet, want hij kon zich niet bevrijden uit het kielzog. Karel was trouwens niet van plan om over te nemen.
Karel merkte dat de ‘stoemper’ vermoeid raakte en een kilometer voor de eindstreep liet hij hem het achterste van zijn tong zien. De ‘stoemper’ kwam tot de ontdekking, dat hij nog nooit achter zo’n belabberd achterwerk had gereden. Maar Karel won en zag dat zijn vader aan de eindstreep stond te glunderen.
Na een verfrissende douche zocht Karel naar zijn vader in de jurytent. Zijn vader had Karels zege uitbundig gevierd. Karel was genoodzaakt om zijn vaste procedure te wijzigen. Hij monteerde eerst zijn vader op de achterbank, die kon namelijk niet meer staan, en vervolgens zijn fiets op de drager van de auto.
Zijn overwinning had nog een nasleep, want het BOIC vaardigde Karel uit voor de Olympische Spelen. Misschien als dank voor zijn noeste inzet voor de wielrennerij.
Karel neemt deel aan de Olympische Spelen
Karel nam die invitatie met beide handen, of beter voeten, aan. Zijn vader zou hem als persoonlijke coach vergezellen. Karel kreeg voor de eerste keer te maken met het rijden in een team. Zijn ploegleider maakte hem duidelijk, dat hij hand – en spandiensten moest verlenen aan de aangewezen kopman. Karel knoopte dat goed in zijn oren, maar tijdens de race kwam daar weinig van terecht. Karel raakte verzeild in de achterhoede. Hij droeg zelfs een aantal rondes de rode lantaarn. Hij was wel verwonderd, waar ze dat ding zo snel vandaan hadden gehaald.
Maar hij had zich voorgenomen de race uit te rijden, eendachtig aan het motto van Pierre de Coubertin: Deelnemen is belangrijker dan winnen. Temeer omdat hij bij een aantal rondes had gezien, dat zijn vader driftig met een biljet van honderd Euro stond te zwaaien, voor als hij zou uitrijden.
De organisatie dacht er echter ander over. Karel was in de achterste bus geraakt, liever gezegd achter de achterste bus. De organisatie realiseerde zich, dat als Karel niet binnen was, de huldiging nog niet door kon gaan. Hij werd dus met zachte drang verzocht om in de bezemwagen te stappen, die achter de achterste bus aanreed.
Karel had zich verzet, maar moest uiteindelijk zwichten.
Vader streek over zijn hart en gaf hem toch de 100 Euro. Vader had bovendien ontdekt, dat de HHH-tent nog royaler was dan een gangbare jurytent in België. Gelukkig hoefde Karel hem nu niet in de auto te monteren.
Pierre Swillens
Geef een reactie